Alle ogen op Eemsdelta
De kieslijsten kwamen binnen deze week, en ik klom op mijn stokpaardje om te kijken of het noorden een beetje goed vertegenwoordigd is. Van de lijsten die al binnen waren – CDA, D66, GroenLinks – voldeden alleen de christendemocraten aan mijn toch niet idioot hoge eisen. Vertegenwoordiging doet ertoe, hoor je tegenwoordig vaak, maar de representatie van mensen buiten de Randstad is voor centrum-links zogezegd nog een verbeterpuntje.
Het is niet dat er in de provincie geen goeie politici bestaan. Komende woensdag zijn de herindelingsverkiezingen voor de gemeente Eemsdelta (voorheen Delfzijl, Appingedam en Loppersum), en op de livestream van het verkiezingsdebat zag ik een indrukwekkende hoeveelheid dossierkennis voorbijkomen. Ze moeten daar wel, want bij de monding van de Eems concentreren zich de grote nationale problemen van deze tijd.
De stikstofcrisis, bijvoorbeeld, gooide roet in het eten van de nieuwe waterstofcentrale die nabij Delfzijl moet verrijzen. Havenbedrijf Groningen Seaports schatte het bedrag aan investeringen dat de regio mogelijk mis zal lopen op €1,5 mrd.
En alles is hier met alles verbonden: om schone energie op te wekken moet je daar eerst flink voor bouwen, waar voorlopig geen vergunning voor is.
Om de waterstofcentrale van schone energie te voorzien heb je windmolens nodig, die vervolgens de fameuze Groningse uitzichten ruïneren. Je compenseert boeren voor gederfde inkomsten, maar moet je tegelijk afvragen of ze nog wel lonen, die boerenbedrijven, en of je je niet beter kunt richten op natuur en toerisme dat ooit weer op gang zal komen.
Ondertussen neemt het aantal huishoudens in Oost-Groningen weer toe. Het heeft te maken met de werkgelegenheid die de industrie meebrengt, maar ook, volgens een van de lijsttrekkers, dat jonge gezinnen weer ‘op de dorpen’ willen wonen. Maar net als in de rest van het land is de woningvoorraad bij de Eems nog niet ‘levensloopbestendig’.
Dan heb ik het nog niet eens gehad over de bevingsschade. De onlangs toegekende schadevergoeding van €1,5 mrd moet uitgekeerd worden door de gemeenten, en het grondgebied van de fusiegemeente valt bijna volledig samen met het bevingsgebied. De goeie mensen van Eemsdelta zullen de komende jaren dus ook bezig zijn met het bemiddelen tussen huiseigenaren, NAM, provincie en Staat.
Ik heb met ze te doen, de mensen die vanaf 1 januari deze complexe klussen moeten gaan klaren. Als ze na vier jaar nog overeind staan, dan lijken ze me goud waard voor de landelijke kandidatenlijsten in 2025.
Hilde Sennema is freelance schrijver en bedrijfshistoricus, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Reageer via columnist@fd.nl.