Misstanden? Laat de tijd zijn werk doen
20 feb 14:00
Wat is het toch met oorlogsboeken dat ze ons blijven aantrekken? De recensie zaterdag in het FD van Het Geheim van Bols, over het ‘onthutsende’ oorlogsverleden van het bedrijf, deed me weer afvragen waarom we tachtig jaar na dato nog steeds willen lezen over goed, fout en alle tinten grijs daartussenin.
Ik heb zo mijn vermoedens. Oorlogsverhalen geven eenzelfde soort bekoring als true crime: ze zijn spannend en waargebeurd, maar staan op voldoende afstand tot onze dagelijkse realiteit om er weer makkelijk los van te komen. We kunnen fantaseren hoe wij zouden hebben gehandeld en gaan over tot de orde van de dag.
Bols werkte maar schoorvoetend mee aan het onderzoek van Martin Hendriksma: de huishistoricus mocht de schrijver door de archieven leiden, maar alleen in zijn vrije tijd. Dat is opvallend. Multinationals als Shell en Unilever, met hun streng bewaakte internationale imago, stelden meer dan twintig jaar geleden hun archieven open voor onderzoek naar hun oorlogsverleden. Nog rijkelijk laat, zou je kunnen zeggen, maar soms moet de tijd zijn werk doen.
‘Juist op de plekken waar veel haast is – met politieke druk om snel te handelen – moeten we leren pas op de plaats te maken’
Het speelde door mijn hoofd toen ik het eveneens onthutsende verhaal over de ‘giftige werkcultuur’ bij VWS las, op de voorpagina van de zaterdagkrant. Misstanden aan het licht brengen, daar zijn we gelukkig goed in geworden. We zijn goed in verontwaardiging, vooral als het om publieke instellingen gaat, waar topsalarissen betaald met belastinggeld geen garantie zijn voor topgedrag. We zijn al helemaal goed in onderzoek doen en rapporten schrijven.
Maar juist op de plekken waar veel haast is – politieke druk om snel te handelen, maximaal vier jaar om een nalatenschap op te bouwen – moeten we leren pas op de plaats te maken. Om een cultuur te veranderen zullen we eerst moeten begrijpen hoe en waarom die zo gegroeid is.
Laten organisaties als VWS daarom, in navolging van bedrijven als Shell, Unilever en (niet van harte, maar toch) Bols, zich richten op de lange, langzame termijn, waarin gedrag zich vormt en overgaat van generatie op generatie. Laat ze de cultuur ontleden die ‘in de muren’ is gaan zitten en die, als je niet oplet, tot zwarte bladzijden leidt.
Hoe? In dezelfde recensierubriek maakte de titel van het boek van oud-topambtenaar Roel Bekker me alvast blij: hij bekijkt het ministerie van Algemene Zaken vanaf de oprichting in 1945.
Ondertussen kijk ik uit naar publieke instellingen die de deuren openzetten voor de organisatie-etnograaf of de bestuurskamerantropoloog. En die de archieven openstellen voor de historicus, om de tijd echt zijn werk te laten doen.
Hilde Sennema is historicus, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en de TU Delft. Zij vervangt deze week Ed Groot.